Waarom hij tuinplant van de maand is, hoeven we vast niet uit te leggen. Maar misschien wél waarom hij ook na de Kerst ook nog leuk is: de fijnspar zorgt voor een knusse, bosachtige sfeer in je tuin. Kies je voor een exemplaar op pot, dan heb je er na de lichtjesperiode ook nog plezier van.
“Oh sparrenboom”
Anders dan de kerstjingles doen vermoeden, behoort de fijnspar (Picea abies) niet tot de dennen maar tot de sparren. Eigenlijk zijn bijna alle kerstbomen sparren. Als je het precies wilt weten: het verschil zit ‘m in de naalden. Bij een spar zijn die plat en staan ze afzonderlijk op een tak, terwijl dennennaalden rond van vorm zijn en geclusterd zitten. Het leuke aan de fijnspar is dat hij kegels heeft en er in allerlei modellen is. Voor de Kerst hebben we vaak het klassieke model met gelaagde takken in huis, maar ze worden ook in bol- of piramidevorm gekweekt.
Van binnen naar buiten en vice versa
Het voordeel van een fijnspar op pot is dat je hem na de Kerst nog naar je tuin kunt verkassen, terwijl een gezaagd exemplaar hooguit als brandhout is. Laat hem in de overgang van binnen naar buiten eerst een nachtje in de schuur acclimatiseren, anders is de overgang in temperatuur te groot. Dat geldt overigens ook voor een fijnspar die je van buiten naar binnen haalt. Doe je dit niet, dan vallen de naalden bij bosjes uit. In de tuin kan het boompje in principe overal staan; zon, schaduw, hij vindt het allemaal best. Let wel op dat je op tijd de snoeischaar erin zet, anders groeit hij binnen een mum van tijd boven je schutting uit.
Volgend jaar weer?
Eenmaal in de volle grond geplant, kun je een boom niet meer terug in pot zetten, de wortels groeien daarvoor te hard. Wil je hem als doorlevende kerstboom behouden dan kun je hem het beste in een ruime pot planten waar hij veel grond tot zijn beschikking heeft. Zorg voor een goede afwatering door wat scherven onderin de pot te leggen en maak minimaal één gat onderin. Volgend jaar zet je hem op een plantenschotel binnen, et voilà: je hebt er nog eens plezier van.